L'Esprit Galant (2007)

Johannette Zomer (soprano) & Fred Jacobs (french theorbo)

In de tweede helft van de 17e eeuw was de korte en bondige air sérieux in Frankrijk in volle bloei. Het publiek hield van afwisseling en was verslaafd aan de allure van nieuwigheid. Dit gold voor theater, dans en muziek. De poëzie die ten grondslag lag aan de airs sérieux werd galanterie genoemd; "delicatesse", "vrolijkheid", "fijngevoeligheid" en "informaliteit" waren de kwaliteiten die hier van dichters werden verwacht en werden ook toegepast op de muziek. De kenmerken van de airs sérieux werden echter niet alleen toegepast op de tekst en de muziek van deze filigrane kunstwerken; zij vormden ook het kader van de eisen die aan hun vertolkers werden gesteld. In zijn zangboek uit 1668 benadrukte Bénigne de Bacilly het belang van de uitspraak, die moest worden onderscheiden van de alledaagse spraak - geen lettergreep mocht worden verwaarloosd, het juiste evenwicht tussen expressie en gemak vormde de stijl galant. Voor het zingen werd de Romeinse stijl als gezaghebbend beschouwd, die met zijn expressiviteit elk woord zijn emotionele betekenis gaf. Maar ook het intellect en het natuurlijk gevoel mochten niet verwaarloosd worden in een succesvolle Air. Michel Lambert, de meest productieve componist van deze stukken, beveelt de theorbe (basluit) aan voor de begeleiding van zijn airs. Voor de huidige CD gebruikt Fred Jacobs een Franse theorbe die gemaakt is volgens illustraties uit die tijd, aangezien geen van deze instrumenten die bij Lambert in het geding kwamen de eeuwen heeft overleefd.

Boesset, A:
 Me veux-tu voir mourir
 Noires forêts
 Que servent tes conseils

Camus, S:
 Ah! Fuyons ce dangereux séjour
 Amour, cruel Amour
 Forêts solitaires
 Laissez durer la nuit
 Qu’une longue tiédeur ennuie

Charpentier, M-A:
 Ah! Laissez-moi rêver H. 441
 Ah! Qu'on est malheureux, H. 443
 Celle qui fait tout mon tourment…
 Chaconne "sans frayeur…"
 Chanson à danser celle qui fait mon tourment, H. 450
 Ruisseau qui nourrit dans ce bois

Gaultier, E:
 L'Immortelle

Hotman:
 Pièces de théorbe in D minor
 Sarabande

Lambert, M:
 Il n’est point d’amour sans peine
 Ombre de mon amant
 Rochers, vous êtes sourds
 Vos mépris chaque jour
 Vous éprouver toujours sévère

Pinel:
 Prélude
 Préludes

Visée:
 Chaconne et rondeau
 Masquerade
 Prélude

"Fred Jacobs is both expert as accompanist and as soloist in his various solos, notably a fine chaconne by Robert de Visée. Johannette Zomer is adept in dealing with the vocal ornament needed to leaven repetition and, in this sympathetic recorded ambience, often charms."
BBC Music Magazine - February 2008